Fuego boys in Guatemala

Boek hier jouw reis, met lokale experts! Plan mijn reis

Ondertussen zitten we met een biertje in ons hand in Flores, maar in de tussentijd hebben we vulkanen beklommen, markten onveilig gemaakt en bijzondere busritten meegemaakt.

Indian’s Nose bij Atitlan

Onze tweede dag bij Atitlan vertrokken we naar San Pedro via San Marcos. Alle dorpjes lijken qua naam op elkaar en ik ben nog nooit zo blij geweest met maps.me! Bij San Pedro stond de Indian’s Nose op de planning. Een uitkijkpunt waar je mooie foto’s van het meer kunt maken. Die hadden we ook wel nodig, want we hadden pas 250 foto’s van het meer..

Toch was ook hier het uitzicht echt adembenemend. De hike er naar toe was behoorlijk pittig, maar het was het waard. Dit soort momenten maken het reizen zo mooi. Je loopt dwars door de bossen, zonder andere mensen om je heen om na een paar uur op een punt te komen dat met geen woord te beschrijven is.

Atitlan

Het uitzicht

Indian’s Nose in Guatemala

Terug naar Antigua

Na 3 dagen bij het meer vonden we het wel welletjes geweest en hadden we alles gezien wat we wilde zien. We besloten daarom terug te gaan naar Antigua om vanaf daar de Pacaya en Acatenango vulkaan te beklimmen.

De bus vertrok om 16:00 uur, maar om 16:45 waren we 100 meter bij ons hotel vandaan. De efficiëntie van transport in Guatemala is vrij bijzonder. Het is hier nog wel een tandje erger dan in Azië. We hebben 12 kilometer afgelegd in 1,5 uur. Fietsend had ik serieus sneller geweest.

Gelukkig kwamen we alsnog aan in Antigua waar we die avond afgesproken hadden met Eric en zijn vriendin die we in Colombia tijdens de Ciudad Perdida hike hadden leren kennen. Normaal zie je mensen die je leert kennen op reis nooit meer terug, dus het was extra leuk om Eric weer te zien.

Antigua

De ‘Arc’ in Antigua

Shoppen in Chichicastenango

Op zondag vertrokken we naar Chichicastenango, ook wel Chichi genoemd, voor de bekende markt. Elke donderdag en zondag staan de straten hier vol met marktkraampjes met veel te veel souvenirs die je allemaal wil kopen. Ik kwam uiteraard terug met veel te veel souvenirs, maar Raoul spant echt de kroon. Die kan volgend jaar met Koningsdag op z’n Alpaca-kleedje in Delft gaan zitten en voor een jaarsalaris aan Maya souvenirs verkopen.

Chaos op weg naar Antigua

De weg terug naar Antigua was ook weer eenuitdaging. Ik had mijn naam doorgeven bij de busmaatschappij voor het ticket. Stom idee natuurlijk, want als ik ‘Ties’ zeg zie ik mensen al kijken van; ‘ik heb werkelijk geen idee wat die jongen zei, maar ik schrijf gewoon iets op dat in de buurt komt’. Dat resulteert dan weer in namen als Tier, Thiel, Tien en Lien.

Dat levert vervolgens weer problemen op in de bus aangezien ze ook nog eens een ander hotel hadden opgeschreven dan waar wij verblijven. Ik herkende geen ‘Lien’ die naar een of ander funky hotel moest en dus werden we van bus naar bus gestuurd. Uiteindelijk kwamen we er achter dat ‘Lien’ dus Ties moest zijn en dat ze bij ‘hotel’, maar gewoon wat hadden ingevuld. Altijd handig.

Ching, de Chinees die niet mee ging

Nadat we na 15 minuten de goede bus hadden gevonden, moesten we nog wachten op een of andere Ching. En Ching was natuurlijk nergens te bekennen. De chauffeur was druk aan het bellen en schelden op Ching, maar na 30 minuten wachten besloten we zonder Ching te vertrekken. Terecht overigens als je te laat bent, maar dat terzijde.

Nadat de bus eindelijk door de chaos van Chichi was konden we een uur na planning eindelijk richting Antigua. Na 15 minuten kreeg de chauffeur een telefoontje dat Ching toch besloten had om op te komen dagen. In plaats van Ching in een TukTuk te gooien en naar de bus te laten komen, keerde de bus om, om achteraan aan te sluiten in de file richting Chichi.

Na wederom 30 minuten file rijden waren we weer terug in Chichi en kreeg de chauffeur wederom een telefoontje met de mededeling dat Ching besloten had een andere bus te nemen. Ni-f*cking-hao Ching.. lekker meegedacht!

Chichicastenango

Chichicastenango

Vamos a Pacaya

Na een iets langere rit dan gepland kwamen we weer terug in Antigua waar we de volgende dag de Pacaya vulkaan gingen beklimmen. En beklimmen klinkt in dit geval een stuk spannender dan het is. Bij de Pacaya vulkaan kun je namelijk vrij dicht bij de top komen met de bus en dus hoef je alleen de laatste 1,5 uur te lopen richting de top.

Hoewel Pacaya een makkelijke vulkaan is en minder populair dan Acatenango was het uitzicht hier onwerkelijk. Zeker toen het donker begon te worden en je de lavastroom uit de vulkaan zag komen terwijl je uitkijkt op een wolkendek waar net de zon onder zakt en de top van Acatenango uitsteekt terwijl verderop elke 20 minuten de Fuego vulkaan een plof rookt uitspuit. Voor inwoners van een land dat 3 meter onder de zeespiegel ligt blijft dit elke keer weer bijzonder.

Pacaya vulkaan

Uitzicht vanaf Pacaya vulkaan op Acatenango

Uitzicht vanaf Pacaya vulkaan op Acatenango

Pacaya vulkaan

Lavastroom vanaf Pacaya

D-day in Guatemala

De volgende dag was DE dag. De dag dat we de Acatenango gingen beklimmen. Een vulkaan van 3.976 meter hoog. We hadden heel wat horrorverhalen gehoord over de extreme kou op de top, de moeilijke hike, hoogteziekte en problemen met ademhalen vanwege de hoogte. Het feit dat er daadwerkelijk mensen zijn overleden vanwege de kou maakte het niet heel veel beter.

Het resulteerde wel in het feit dat we ons extreem goed hadden voorbereid op deze hike. We hadden voor $15 tweedehands bergschoenen gekocht. De eerste keer dat ik überhaupt bergschoenen draag. We waren zo goed voorbereid dat we zelfs de ‘klots-efficiëntie’ van twee 1L flessen water t.o.v één 2L fles hadden berekend. Of eigenlijk hadden gegokt, want rekenen is niet mijn grootste talent.

Met wat laatste tips van ervaringsdeskundige Nick en Felicia vertrokken we vol goede moed naar de vulkaan. Gelukkig hadden we een kleine groep van slechts 6 mensen, in tegenstelling tot andere groepen die soms uit wel 25 man bestonden.

Acatenango

Onderweg tijdens de klim

Up up we go

De eerste dag klim je naar base-camp op zo’n 200 meter onder de top. Ik moet zegen dat de klim een stuk makkelijker was dan ik me had voorgesteld. Het is geen kleine berg waar je op loopt en gelukkig hadden we goed weer en dus goed zicht. Het uitzicht onderweg was echt prachtig. Jullie zullen wel denken; ‘in Ties z’n verhaal is het allemaal allemachtig prachtig’, maar het is ook echt zo.

Het is bizar om te zien hoe het landschap veranderd naarmate je dichterbij de top komt. Je begint tussen maisvelden en landbouw, vervolgt je weg door een mistig regenwoud en eindigt in een landschap waar bomen kaal zijn en de meest kleurrijke bloemen groeien. Ik voelde met net Frodo in The Shire.

Base-camp

Het mooiste moest echter nog komen. Vanuit base-camp kijk je uit op de Fuego vulkaan die elke 20 minuten uitbarst. Dit was een van de meest bijzondere momenten die ik tijdens al mijn reizen heb meegemaakt.

Je zit, na uren lang lopen, bij een kampvuur op een vulkaan terwijl je uit kijkt op een andere vulkaan die elke 20 minuten met een gigantische knal, lava 200 meter de lucht in schiet. Je voelt de grond onder je trillen, alsof het onweert, alleen zie je dan een vulkaan lava uitspuwen. Moeder Natuur liet hier even haar spierballen zien.

uitzicht vlakbij base camp
Acatenango

Basecamp op Acatenango

Base camp acatenango hike

Basecamp op Acatenango

Acatenango

Basecamp op Acatenango

Flop op de top

Na een oncomfortabele nacht in een tentje vertrokken we om 4:30 uur voor de laatste 200 meter naar de top. Zo mooi als het de vorige dag was, zo slecht was het nu. Moeder Natuur liet wederom haar spierballen zien, maar nu op een iets andere manier.

Er stond een gigantische harde wind, ik heb het echt nog nooit zo hard zien waaien. Daarnaast was het bewolkt en zag je, ondanks je zaklamp, je voorganger niet. Door de wolken en lichte regen werd je ook nog eens zeiknat. Sommige groepen keerde halverwege om en ik heb meer mensen horen vloeken dan zien lachen.

De klim en de hoogte waren het probleem niet, maar het weer was echt bizar. De gids opperde zelfs om halverwege om te keren omdat hij het te koud vond, maar ik ben niet een vulkaan opgeklommen om 100 meter onder de top om te keren.

Uiteindelijk stemde de gids in en bereikte we de top waar we natuurlijk helemaal niks zagen. Daarnaast waaide het zo hard, dat je moest schuilen achter de helling.

Voldaan, trots maar enigszins teleurgesteld keerde we terug naar base-camp voor ontbijt om daarna weer af te dalen naar de bewoonde wereld. Wat overigens een stuk sneller ging dan de weg omhoog. 

Volgende keer onze verhalen over Semuc en Tikal, maar daar laten we jullie lekker op wachten.

uitzicht vanaf de top

Het uitzicht vanaf de top

    Meer lezen over Fuego boys in Guatemala?

Over de auteur

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven