Bij Japan denk je wellicht niet direct aan bergen, maar Japan heeft wel degelijk prachtige alpen. Ik maakte een trip van vijf dagen door de Japanse alpen en ik deel graag de do’s en dont’s met jullie.
Nagano
Vanuit Tokyo ben je met de Shinkansen binnen een dikke twee uur in Nagano, het skioord van de Olympische winterspelen van 1998. Ik sliep in een ryokan waar het ontbijt werd opgediend in de eigen slaapkamer.
Zittend op een kussentje genoot ik in de ochtend van heerlijke rijst, zalm en groentjes. Met name ryokaneigenaren zijn Japanners die over het algemeen de Engelse taal niet bepaald machtig zijn. Desondanks doen deze mensen alle moeite je te helpen en het je naar de zin te maken.
TIP ♥ – ik verbleef er in een ryokan, een soort familiehotel, waar we op tatami matten sliepen en waar we ons wasten in een heerlijk warm gemeenschappelijk bad (mannen en vrouwen gescheiden).
Zenko-ji tempel
De Zenko-ji tempel is de grootste trekpleister van Nagano. Menig bruidspaar maakt gebruik van de tempel en de prachtige omgeving voor het maken van bruidsfoto’s. De tempel bezit het oudste Boeddhabeeld van Japan. Het beeld wordt verborgen gehouden, maar eenmaal in de zes jaar wordt een kopie getoond.
Net toen ik de tempel had bezichtigd en buiten nog even nagenoot, werd ik verrast door een grote groep mensen die een lange rij vormde vanuit de tempel tot aan de andere kant van het plein. De hoofdpriester van de tempel verscheen en hij leek iedereen die voor hem op de knieën plaatsnam een zogenaamde ‘zegen’ te geven.
Dit deed hij onder begeleiding van iemand die een parasolletje boven zijn hoofd hield.
De hoofdpriester van de tempel die zijn ‘zegen’ geeft
Vanuit Nagano kun je een trip maken naar het Snow Monkey Park oftewel Jigokudani Onsen, de warmwaterbronnen waaromheen Japanse makaken leven. Voor 2.900 yen maak je een flinke wandeltocht de berg op, waar de apen zich in en rond het warme water begeven.
Als na een dag Nagano de honger is toegeslagen, kun je genieten van sobanoedels, de lokale specialiteit. Deze noedels zijn gemaakt met boekweit en je kunt ze zowel in soep als met vis eten.
Matsumoto
Met de trein reis je binnen een uur van Nagano naar Matsumoto. Een must see is het 16e eeuwse Kasteel Matsumoto. Op enkele dagen in de week lopen er vrijwillige gidsen rond bij het kasteel, die je alles vertellen over het prachtige bouwwerk.
Van buiten lijkt het kasteel vijf verdiepingen te hebben, maar wanneer je het kasteel binnentreedt en via de steile trappen met ongelijke treden – om de vijand sneller uit te schakelen – naar boven gaat, ontdek je een extra, geheime verdieping.
In de tuinen kun je op de foto met zowel een samurai als een ninja. Zo herleef je echt vroeger tijden!
Bij de entreeprijs voor het kasteel is een bezoek aan het Japans folkloremuseum inbegrepen. In het museum maak je kennis met lokale geografie en geschiedenis. Als je wilt, begeleidt de vrijwillige gids je ook daar met de nodige informatie over dat wat het museum tentoonstelt.
Het schitterende Kasteel Matsumoto
Takayama
Om je reis door de Japanse alpen te vervolgen, moet je overstappen op de bus. De fijne, snelle Shinkansen rijdt namelijk niet naar de door bergen omringde stad Takayama. Je bereikt de stad binnen zo’n twee uur met de bus vanuit Matsumoto.
Overdag is het met name druk in de wijk Sannomachi, met intacte winkels en huizen uit de Edoperiode. Toeristen genieten hier van de cafés, (souvenir)winkels en vele lekkernijen die je er kunt krijgen in de talloze houten gebouwen. Daarnaast vind je meerdere sakebrouwerijen in Takayama, waar je gerust kunt binnenlopen om een glaasje te proeven.
TIP ♥ – een van die lekkernijen is mitarashi-dango: rijstballetjes in sojasaus op een spies geroosterd.
Een paar van de tempels
Bezienswaardigheden Takayama
Een bezienswaardigheid is het Takayama Praalwagenmuseum, waar je vier van de oorspronkelijk elf prachtig versierde praalwagens ziet die worden gebruikt tijdens het tweejaarlijkse festival. Het Takayamafestival, een traditie uit 1960, wordt in de lente en in de herfst gevierd. Hierbij trekken praalwagens door de stad, begeleid door mensen in traditionele kostuums.
Tot slot ligt in het oosten van Takayama de rustige tempelwijk Higashiyama. Hier kun je een zeker 4 km. lange wandelroute volgen langs dertien tempels, vijf heiligdommen en een park. De bewegwijzering tijdens deze route is echter niet altijd even duidelijk, wat maakt dat je gemakkelijk de weg kwijtraakt.
Gelukkig zijn Japanners, of ze je nu kunnen verstaan of niet, ontzettend behulpzaam – vraag een willekeurige voorbijganger naar de weg, en hij loopt zover met je mee tot je weer alleen verder kunt!
Shirakawa-go
Na een uurtje rijden met de bus bereik je Shirakawa-go. Dit is het zuidelijke deel van het Shokawadal. De streek in het noorden heet Gokayama. In Shirakawa-go vind je een van de drie pittoreske dorpjes die samen werelderfgoed van Unesco vormen, te weten Ogimachi.
Dit is een architectonisch park met bijzondere rietgedekte A-huizen en andere traditionele gebouwen.
TIP ♥ – bekijk hier onze tips Shirakawago
De gassho huizen in Shirakawa-go
Van december tot maart ligt er een dik pak sneeuw op de steile daken, die dan ook goed bestand zijn tegen dergelijk extreme weersomstandigheden. In de constructie van de huizen wordt alles door touw en houten pennen bij elkaar gehouden. Elk jaar worden enkele huizen opnieuw met riet gedekt, waarbij maar liefst 200 dorpelingen twee dagen doen over één dak.
Wist je dat tijdens de bouw van deze huizen er geen spijker aan te pas is gekomen?
In Shirakawa-go, waar de wind altijd noord-zuid waait, staan alle huizen in dezelfde richting. Enkele huizen zijn opengesteld voor bezoekers en fungeren als museum. In de woonkamer vind je een haard, die het hele huis verwarmt.
Voor een prachtig uitzicht over het dorp wandel je de berg op in Shirakawa-go. Naast de prachtige ouderwetse huizen van het dorp zie je dan ook de andere in de omgeving gelegen bergen.
Uitzicht over Shirakawa-go
Kanazawa
De laatste plek in de Japanse alpen die ik heb aangedaan, is Kanazawa. Binnen anderhalf uur bereik je deze stad met de bus vanuit Shirakawa-go. Hier vind je de Kenroku-en tuin, een van de drie mooiste tuinen van Japan.
De tuin toont (de naam zegt het ook) de zes kenmerken die vereist zijn bij een Chinese tuin: ruimte, beslotenheid, zweem van oudheid, genialiteit, stromend water en uitzicht. Houd je van groene thee en rust, geniet dan van het mooie uitzicht vanuit het theehuis in de tuin. Daar krijg je meerdere soorten groene thee en Japanse lekkernijen. De aan de tuin grenzende poort naar het Omayaheiligdom bezit prachtig gekleurd glas in lood.
De tuin in Kanazawa
Het Kasteel Kanazawa is van buiten prachtig en groots, maar van binnen kan het niet tippen aan het meer vanuit vroeger tijden in stand gebleven kasteel in Matsumoto.
Tot slot vind je in de wijk Higashi vele winkels met antiek theeservies en ook het Shima-geishahuis, dat podia toont waar vroeger geisha’s zongen en dansten.
Hoi Ties,
Leuk blog om te lezen.
Voor onze vakantie naar Japan willen we ook graag de Japanse Alpen aandoen en ik vroeg me af hoe veel tijd je hiervoor hebt genomen? Wat is daarin aan te raden, iedere stad 1 overnachting of neem ik het dan te ruim/krap?
We hebben 3,5 week de tijd en willen +- 1 week hier besteden.
Hoor het graag!
Groet,
Sjoerd
Hi Sjoerd,
Het ligt er een beetje aan wat je allemaal wilt zien. Ik zou zelf Shirakawa-go bijvoorbeeld zeker op je lijstje zetten. Per stad zou ik rekening houden met 1,5 dag. Ook in verband met reizen. En dat wordt al flink door reizen 🙂
Happy travels,
Ties