Plannen veranderen snel tijdens het reizen. Dat maakt het reizen ook zo leuk, elke dag is een nieuw avontuur en plannen kunnen elke dag gewijzigd worden. We besloten gelijk naar Cebu te vliegen vanaf El Nido. Omdat reizen via Coron te lang zou duren.
Zondag was onze laatste dag in El Nido. Het is hier prachtig maar ook erg toeristisch. We wilden zaterdag nog naar het viewpoint van El Nido. De medewerker van het hostel vertelde ons dat het viewpoint gesloten was omdat er vorige maand een toerist naar beneden was gevallen. Toen ik vroeg of de toerist de val had overleefd was zijn antwoord; ’50/50’. Wat dat precies betekent weet ik niet maar ik denk dat de toerist half dood is. Wat op zich niet vreemd is aangezien het viewpoint wel een paar honderd meter hoog is.
Tourtjes doen
Zondag hebben we een Island Hopping tour gedaan. Je hebt hier 4 tours die je kan doen, Tour A, B, C en D. Iedereen vertelde ons dat A en C de beste tours waren dus we kozen voor A, de meest actieve tour. De tour viel eerlijk gezegd een beetje tegen. De rotsen die uit het water steken, de eilanden en het water waren schitterend maar de organisatie was wat minder. Onze tourguide vertelde nog voordat we weggingen dat ze ontzettend trots waren op de omgeving en hun slogan was dan ook; ‘take nothing but photo’s, leave nothing but footprints’.
Dat ze vervolgens het anker van de boot op het koraal gooien en het strand volgooien met etensresten vinden ze blijkbaar goed bij de slogan passen. Bij elk eiland vaarde er ook een mannetje met een kanootje waar je cola en bier kon kopen. Aangezien we te weinig hadden meegenomen kocht ik een cola van de beste man. Toen hij bezig was mijn wisselgeld te pakken hoorde ik naast me ineens ‘PLONS’ en zag ik m’n cola met redelijke snelheid naar de zeebodem zinken. Toen ik naast me keek zei de Chinees (die ook op de boot zat); ‘ohh, so solly’. Helaas was hij niet van plan m’n cola op te duiken en moest ik er zelf achteraan.
Cebu
De volgende dag wilde we naar Cebu vliegen om hier onze reis te vervolgen. Helaas was de vlucht van El Nido naar Cebu niet op Skyscanner te vinden maar het leek ons sterk dat ze niet naar Cebu vlogen aangezien meer mensen dit wilde doen. Na wat rondvragen bleek dat je tickets alleen kon boeken bij het Art Café, het cafe waar ze ons eerder niet aan geld wilde helpen. Dat zou wat worden. Ondanks het feit dat de medewerkers bijzonder chagrijnig was, was er wel plek voor de vlucht van maandag! Er waren volgens haar nog maar 4 stoelen over. Iets wat later in het vliegtuig niet helemaal bleek te kloppen. De vlucht kostte ons €125 pp wat een stuk goedkoper was dan via Coron naar Iloilo en Cebu te reizen.
De vlucht was een van de meest bijzondere die ik ooit heb gehad in Azië. Het ‘vliegveld’ was een zanderige plek aan het strand met een landingsbaan. De landingsbaan werd geïnspecteerd door geiten aangezien die zonder angst het gras van de de baan aten. Heel bijzonder. Eenmaal bij de toegangsport van het vliegveld moesten we onze naam doorgeven om te kijken of we op de passagierslijst stonden voor de vlucht naar Cebu. Dat stonden we uiteraard niet 🙂 Maar dat is vaak geen probleem in Azië, ze zetten je gewoon op de lijst. De kans is dan wel groot dat je in het gangpad van het vliegtuig moet zitten maar we waren in ieder geval binnen.
Vliegveld
De gate, terminal, baggage drop off, security check, WC’s, kantine, en flight control zaten allemaal in hetzelfde houten huisje met rieten dak. De bagage check was een tafel waar je je tas op moest uitpakken zodat de ‘security’ het kon checken. For the record vroeg hij nog even of het echt alleen kleren waren die ik bij me had en vervolgens kon ik doorlopen. Raoul moest voor de veiligheid wel z’n aansteker inleveren. Tenminste, dat moest officieel. De security zei; ‘keep the lighter but before you enter the plane give it to me’. Probeer dat eens op Schiphol met verboden goederen 🙂
Onze tassen werden bij de bagage drop-off gelegd, een tafel onder een boom. Dit was de snelste check-in die ik ooit heb gehad, en dat in Azië. Eenmaal ingecheckt kregen we gratis thee, koffie, broodjes, koekjes en sinaasappelsap. Die service heb ik nooit gehad bij KLM. ‘Binnen’ stonden 4 grote airco’s die de ruimte verkoelde wat niet helemaal vlekkeloos ging omdat het huisje geen muren had… We mochten ook naar buiten om foto’s te maken van de landingsbaan. Toen ik vroeg hoe ver ik mocht was het antwoord van de beveiliging; ‘niet te ver’. Dit bleek zo’n 50 meter van de landingsbaan te zijn (waar geen hek of iets dergelijks voor stond). Dat hoef je op Schiphol niet te proberen. Dit moet ongetwijfeld het meest relaxte vliegveld ooit zijn.
Ons vliegtuig
Er waren 2 vluchten per dag. Een om 12:00 uur naar Manilla, die overigens om 11:50 uur vetrok, en die van ons om 12:25 naar Cebu. Ons vliegtuig landde om 12:05 en om 12:10 werd er met een karaoke set (geen grapje) omgeroepen; ‘please proceed to the gate 1’. Wat wel vreemd was aangezien er niet één gate was en tevens de helft van de passagiers al bij het vliegtuig stond om foto’s te maken. Nadat we onze houten boardingpass (echt waar) hadden gekregen konden we verder. Onze tassen werden van de boom in een Jeepney geladen. Die reed vervolgens 100 meter om vervolgens uitgeladen te worden op een karretje die 10 meter van het vliegtuig stond. Wij vroegen ons af waarom de Jeepney niet gewoon naar het vliegtuig reed om daar alles uit te laden maar er zal ongetwijfeld een reden voor zijn geweest.
Om 12:25 uur zaten we in de lucht. Een controle op het vliegtuig was blijkbaar niet nodig. We werden nog wel even uitgezwaaid en toegezongen door een koor, begeleid met gitaar. Het vliegtuig zat overigens niet vol. In totaal waren we met 10 passagiers.
Ik ben nog nooit op een vliegveld geweest waar alles zo ongecontroleerd, grappig maar best wel efficiënt geregeld was.
Eindelijk in Cebu
Eenmaal in Cebu konden we op het vliegveld gelijk al pinnen. Dat was een leuke bijkomstigheid. Vanaf het vliegveld zijn we met de taxi naar een Tourist Information Center gegaan om te checken hoe we naar Moalboal konden komen. Dat kon niemand ons tot nu toe nog vertellen. De taxi rit duurde een uurtje en de chauffeur was blijkbaar van plan ons te koppelen aangezien hij een uur lang de Greatest Love Songs draaide. En hoewel ik Raoul een super aardige gozer vind was het plan van de taxi chauffeur wel gedoemd te mislukken.
Bij het Tourist Information Center bleek dat de bus van de Southern Busterminal vertrok. Hier kochten we voor 116 Peso (€2,25) een buskaartje voor een 5 uur durende rit. Het lokale vervoer is hier spotgoedkoop. Toen ik aan de buschauffeur vroeg hoe lang de rit ongeveer zou duren antwoordde hij met; ‘two to three water’. Ik was te verbaasd om nog iets te vragen maar tot op de dag van vandaag weet ik nog steeds niet wat hij daar mee bedoelde.
Moalboal
In Moalboal zijn we gelijk naar Panagsama Beach gegaan, een strand dat 6 kilometer van Moalboal ligt waar iets meer accommodatie te vinden is. Onze tricycle driver bracht ons naar het strand met mij op zijn dak. Toen ik voor de grap vroeg of ik op het dak van zijn trilcycle mocht zei hij; ‘sure, why not. Hold on tight!’. En dat laat ik me natuurlijk geen twee keer zeggen. Ik werd hier en daar wel raar aangestaard maar het was een hele bijzondere ervaring!
We hadden geluk met de accommodatie omdat er al veel vol zat. Gelukkig was er nog een hostel met een kamer met 2 kingsize bedden, een privetuin direct aan het strand en een hangmat voor de deur. Beter kan bijna niet.
De dag daarna wilde we hier de Canyoning doen wat hier populair is. Bij het vrouwtje van het hostel konden we dit gelukkig regelen. Ze vertelde ons wel dat we een dag van te voren ongeveer een uurtje met de gids moesten praten voor een soort veiligheidspraatje. Toen de gids er eenmaal was gingen we er eens goed voor zitten maar zijn praatje was niet meer dan; ‘do you want to leave at 7:00 or 8:00?’. Dat is het kortste veiligheidspraatje wat ik ooit heb gehad.
Springen
De tour op zich was heel erg gaaf. Een absolute aanrader. De natuur is hier schitterend en je wandelt, zwemt en springt langs en van indrukwekkende grotten en rotsen. Letterlijk hoogtepunt was de sprong van 17 meter in kristalhelder water. En dat klinkt niet zo hoog maar als je boven op de rots staat denk je wel even; ‘waarom doe ik dit ook alweer?’. Zeker als de gids, die niet zo heel goed was in zijn veiligheidspraatje, roept; ‘it’s all ok!’ De tour was bij de Kawasan Falls, remeber that name!
Die avond zijn we gaan eten bij een Italiaan die zichzelf had vernoemd als de beste Italiaan van Moalboal, wat op zich niet zo’n prestatie is als je tevens de enige bent. Het eten was daarentegen prima maar het toetje van Raoul was het beste. Op de kaart stond ‘Chefs Special’ met daarachter een hele fancy Italiaanse naam waarbij je meteen denkt; ‘als je toetje zo genoemd wordt kan het alleen maar goed zijn’. Het bleek vervolgens om een Danone toetje te gaan. Ze hadden wel de moeite genomen om de andere 5 Danoontjes er af te breken en het toetje open te maken maar meer ook niet. Als dat de Chefs Special was vraag ik me wel af wie het diner had klaargemaakt.
Sardientjes maar dan anders
Later die middag zijn we nog gaan snorkelen omdat hier grote scholen sardientjes zwemmen en omdat er voor de rest weinig te beleven valt hier. We hebben de sardientjes inderdaad gespot plus een schildpad! Wat de snorkeltocht wat minder maakte waren de kwallen die ons helemaal kapot gestoken hadden. Toen we aan een local vroegen wat we er aan konden doen zei hij; ‘suck out poison and piss on your arm, and don’t do it the other way around…’. Hoewel we het wel erg grappig vonden besloten we het niet te doen. Azijn werkt blijkbaar, en gelukkig, erg goed tegen kwallen beten!
Vandaag vertrekken we met een tricycle naar Oslob waar we morgen hopelijk met de walvishaaien gaan zwemmen. Iets waar ik de hele vakantie al naar uit kijk! Good times ahead 🙂