De vast volgers weten ondertussen dan we in de Malediven zitten dus bij deze; hello from the Maldives! Een paradijs op aarde… Gelukkig is er weer een hoop gebeurt waar we jullie graag van op de hoogte willen brengen!<
Onze dagen in Langkawi hebben we doorgebracht door een brommer te huren en het eiland rond te rijden. Het is niet zo’n heel groot eiland waardoor je in 2 dagen alles wel kan zien. De eerste dag zijn we naar de Skybridge gegaan.
Zoals de naam al doet vermoeden een brug die is aangelegd tussen de twee hoogste bergtoppen in westen van het eiland. Na in één keer de weg te hebben gevonden (het is een wonder) kwamen we aan bij iets wat eerder op Disneyland leek dan op een bezienswaardigheid in Azië. Het dorp er omheen heette Oriental Village en is speciaal gebouwd voor toeristen, of Chinezen, want die waren in grote hoeveelheid (en herrie) aanwezig.
De skybridge van Langkawi
De Skybridge, en de kabelbaan er naar toe, was absoluut indrukwekkend maar de invasie van Chinezen maakte de ervaring helaas iets minder. En Chinezen zijn sowieso niet mijn favoriete medereizigers.
Ik ben zeker niet anti-Chinees want er zijn genoeg aardige Chinezen maar hun normen en waarden zijn… laten we het netjes houden, iets anders dan wij gewend zijn. Ik heb thuis geleerd dat het niet normaal is om midden in een restaurant te plassen, te rochelen op alles wat je ziet, oude mensen op een trap omver te duwen, voor te dringen in elke rij die je ziet (ook al hoef je er niet te zijn), bij iedereen voor zijn of haar camera te lopen en een rustige plek om te toveren in een chaos van geschreeuw en selfies.
En zo kan ik nog wel even doorgaan maar laat ik me maar op Langkawi concentreren 🙂
Tanjung Rhu Beach
Na de Skybridge zijn we verbazingwekkend makkelijk een resort binnen gekomen om bij het strand te relaxen. Daarna zijn we doorgereden naar Tanjung Rhu Beach, volgens vele de mooiste baai van het eiland. En daar is niks aan gelogen.
Het lag ver verwijderd van de bewoonde wereld en het was een oase van rust. Met nadruk op ‘was’ nadat de Chinezen ons blijkbaar hadden gevolgd. Maar Chinezen of niet, Tanjung Rhu Beach was absoluut de moeite waard.
Na al dat rijden op de brommer waren we redelijk uitgeput en besloten we iets kleins te eten en richting het hotel te gaan. Nadat we een restaurantje hadden gevonden wilde we garnalen eten maar die waren er alleen in porties van 200gr.
Nadat we duidelijk tegen de ober hadden gezegd; ‘no thanks, that’s too much’ kwam hij 10 minuten later toch aanlopen met 200gr garnalen. Ze hebben hier een hele bijzonder manier van omzet genereren.
De avond daarvoor kregen we een rekening van €45 voor 2 biertjes en een portie loempia’s. En hoewel de biertjes goed smaakte leek ons dat wel erg veel geld. Ze waren compleet in de war omdat er 2 stoelen van plek waren veranderd waardoor iedereen elkaars rekening kreeg.
Bruin Brood
Wat ook een heel bijzonder tafereel is, is dat ze je bestelling opnemen, daarna zelf gaan eten om daarna pas jouw eten klaar gaan maken. De ochtend daarna ontbeten we in een tentje waar ze bruin brood hadden.
Dat is een soort luxeproduct aangezien ze bijna overal alleen maar wit brood hebben. Als twee kleine kinderen keken we reikhalzend uit naar onze bruin brood om vervolgens 2 aangebrande witte broodjes voorgeschoteld te krijgen… Dat is ook een manier om bruin brood te maken 🙂
Na 3 dagen was het mooi geweest in Langkawi. Het is een prachtig eiland maar op een of andere manier had ik het me iets anders voorgesteld. We wilde onze reis daarom afsluiten op een eiland met mooie stranden waar we in ‘chill-stand’ vanuit een hangmat konden staren naar blauw water.
Alles is voorbij gekomen; de Perhentians, Mabul Island, Tioman Island, de eilanden in Thailand, Pulau Weh (Indonesië) totdat we op AirAsia de Malediven tegen kwamen. En de Malediven zijn toch een soort van droombestemming!
En het voordeel is dat ik op de Malediven echt MOET relaxen omdat er naast chillen aan het strand, snorkelen en kokosnoten leegslurpen weinig te doen is. Dat zou een aardige uitdaging voor me worden. Na alles geregeld te hebben (hotel, tickets en transport) was het tijd voor de Malediven.
De Malediven
Vanuit Kuala Lumpur waren we binnen 4,5 uur in Male. We vlogen ’s avonds waardoor de vlucht al een bijzondere ervaring is. Normaal zie je vlak voor het landen een stad met lichten of snelwegen maar hier zie je niks.
Het is een groot donker gat waar je af en toe een vaag lichtje ziet van een resort. En ineens komt Male in beeld, uit het niets. Een eilandje volgebouwd met huizen en gebouwen. Geen stranden, geen dijken of pieren.
Voor ons gevoel was het een landing op een mini stukje land midden in zee zonder enig zicht. Gelukkig, of hopelijk, was dat voor de piloot wat anders. Hoewel ik daar niet helemaal zeker over was aangezien hij praatte alsof hij 3 flessen wodka op had. Maar misschien maakt dat het landen in een compleet donkere omgeving wel makkelijker 🙂
De douane
Eenmaal bij de douane stond er een bizar lange rij. Wij verwachtte een lang avondje maar wonder boven wonder stonden we binnen 5 minuten bij de bagage belt. Blijkbaar zien wij er heel betrouwbaar uit.
Nadat we de tassen hadden stond Shaffaan, de eigenaar van Arora Inn, ons op te wachten om met de boot naar Maafushi te gaan. Dit is wel een aandachtspuntje als je naar de Malediven gaat. Er zijn een aantal lokale eilanden waar je kunt verblijven waaronder Fulidhoo, Guraidhoo en Maafushi.
Wij verbleven op de laatste. Er gaat elke dag om 15:00 uur een lokale ferry van Male naar Maafushi (en andere lokale eilanden) voor slechts $2 pp.
Aangezien wij op donderdag 20:00 uur aan kwamen konden we die ferry wel vergeten. We zouden een nacht in Male kunnen blijven om op vrijdag de ferry te nemen. Probleem is alleen dat vrijdag hier een soort zondag is en alles dicht is, dus ook de ferry.
Gelukkig was er nog en optie; iComs. Die varen met een iets luxere ferry voor $20 pp tussen de eilanden. 3x per dag om precies te zijn, en de laatste gaat om 17:00 uur… ook die miste we dus 🙂 Geen hele goede voorbereiding.
De enige optie voor ons was daarom om ons op te laten halen door het hotel. Iets wat je $150 kost, per boot, niet per persoon! Tip voor wie naar de Malediven reist; zorg er voor dat je voor 15:00 uur aan komt en niet op een vrijdag 🙂
Maafushi
Maar goed, toen we eenmaal buiten waren staken we het zebrapad over. En waar je normaal gesproken op een parkeerplek komt of een taxi standplaats liep je hier rechtstreeks de zee in. En niet de Noordzee maar een kristal heldere zee.
Er stonden geen taxi’s, wel een hele hoop boten. Eenmaal op de boot kon de 45 minuten durende boottocht naar Maafushi beginnen en vanaf dat punt was de Malediven een groot paradijs. Nadat we Male achter ons hadden gelaten gooide de kapitein het gas open en 300pk op een klein speedbootje is leuk speelgoed.
Het was ongelooflijk indrukwekkend. Je vaart over open zee, in het pikkedonker, langs schitterend verlichte resorts en boven je schittert een bizarre sterrenhemel terwijl naast je fluoricerend plakton van onder de boot omhoog spetterde.
Ik heb drie kwartier als een klein kind in een speelgoedwinkel met open mond zitten staren zonder een woord te zeggen… En geloof me, dat is voor mij net zo’n prestatie als achteruit de Mount Everest beklimmen.
Toen we aankwamen vertelde de eigenaar dat het eiland maar 250 meter breed en 1,2 kilometer lang was waarvan de laatste 500 meter gebruikt werd voor de enige gevangenis van de Malediven. Dat is nog eens gezellig 🙂
Daarnaast vertelde hij ons ook dat het Maafushi vroeger ook wel Leprosy Island werd genoemd omdat mensen met lepra hier werden gebracht. En niet om ze te helpen. Maar, zo verzekerde hij ons, de gevangenis was niet gevaarlijk (je mocht alleen niet in de buurt komen) en ze hadden geen lepra meer.
Wel haaien. Na deze indrukwekkende reis vielen we als een blok in slaap om de volgende morgen wederom aangenaam verrast te worden door de Maafushi.
To be continued!